Dr. Jasper de Groot is post-doctoraal researcher bij de afdeling Sociale-, gezondheids- en organisatiepsychologie van de Universiteit van Utrecht. Hij onderzoekt de relatie tussen geuren en emoties.

‘Het vermogen om te ruiken? … Ik heb er nooit over nagedacht. Normaal gesproken denk je er niet over na. Maar toen ik het kwijtraakte … verloor het leven een flink deel van haar kleur; men realiseert zich vaak niet hoeveel “kleur” wordt bepaald door reuk. Je ruikt mensen, je ruikt boeken, je ruikt de stad, je ruikt de lente. Misschien ben je je er niet van bewust, maar reuk vormt een rijke, onbewuste achtergrond van al het andere.’
• Vrij vertaald uit ‘De man die zijn vrouw voor een hoed hield’ (Sacks, 1985)

Bovenstaande uitspraak, stammend uit een beroemd neurologieboek, lijkt misschien nog wel het meest treffend onder woorden te brengen welke gevoelens er in veel anosmiepatiënten kunnen omgaan. Hoewel de invloed van een geur vaak moeilijk onder woorden te brengen is, doet dit niets af aan het feit dat het reukvermogen een intieme relatie heeft met emoties en herinneringen. Het gevolg is dat geuren diepe, emotionele herinneringen kunnen oproepen:

‘Niets is meer memorabel dan een geur. Eén geur kan … jeugdherinneringen oproepen van een zomervakantie aan een bergmeer. … Het effect van een geur kan lijken op de explosie van een landmijn die in ons geheugen verstopt ligt, onder een jarenlang groeiend deken van mos. Wanneer je ongezien op een dergelijke mijn stapt, kunnen diepe herinneringen plotseling de oppervlakte bereiken.’
• Vrij vertaald uit ‘Een natuurlijke geschiedenis van de zintuigen’ (Ackerman, 1990)

Moeilijk te bevatten
Wat reukvermogen, gevoelens en sommige herinneringen met elkaar gemeen hebben, is dat ze vaak moeilijk te bevatten zijn. Het zijn namelijk evolutionair gezien de relatief oudere structuren in ons brein die geuren en emoties verwerken. De hersenen zitten zo in elkaar dat er krachtige en korte verbindingen gevormd kunnen worden tussen een geur en een emotie. Anders dan bij sommige andere zintuigen, kunnen deze herinnering de tijd vaak goed doorstaan. Dit kan verklaard worden door de relatief sterke associaties (dat wil zeggen: verbindingen) die kunnen ontstaan tussen geuren, emoties en herinneringen.

De dichter en schrijver Edgar Allan Poe wist in de 19e eeuw al te benoemen dat ‘geuren een opzienbarende kracht hebben door ons te beïnvloeden door associatie’. Soms is zo’n associatie slechts betekenisvol voor één of een paar personen, bijvoorbeeld de specifieke aftershave die grootvader altijd droeg. Het na jaren opnieuw ruiken van deze aftershave kan je jaren terugplaatsen in de tijd. Niet alleen maskerende geuren zoals aftershave kunnen geassocieerd worden met personen, maar natuurlijk ook de lichaamsgeur die zij zelf produceren. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat personen verschillen in de lichaamsgeur die ze produceren, zodat je personen aan hun lichaamsgeur zou kunnen herkennen (dit geldt ook voor bijvoorbeeld leeftijd). Deze geur zou je vervolgens kunnen associëren met de gevoelens die je voor deze persoon hebt.

Geur van koffie
Associaties met geuren zijn echter niet puur ‘individueel’ (idiosyncratisch) van aard. Wat ook bijzonder is, is dat meerdere personen eenzelfde soort emotionele associatie kunnen hebben met een geur. Neem de complexe geur van koffie, een oppeppende drank die vaak wordt genuttigd in een sociale omgeving. De geur van koffie op zich kan voor meerdere mensen al een belonend, plezierig gevoel veroorzaken.
Als we het vervolgens hebben over de lichaamsgeur die wij zelf produceren, wijzen meerdere wetenschappelijke onderzoeken uit dat voornamelijk vrouwen beïnvloed kunnen worden door de emotie van een transpirerend persoon. Onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwen over het algemeen een beter reukvermogen hebben en gevoeliger zijn voor emotionele signalen.

In ons onderzoek werd één groep proefpersonen schrik aangejaagd (of gewoon in een warme ruimte geplaatst). De proefpersonen droegen absorberende verbanden onder hun oksels om hun lichaamsgeur geur op te nemen. Vervolgens werd een nieuwe groep onwetende participanten aan de lichaamsgeuren ‘angst’ en ‘neutraal’ blootgesteld, terwijl zij een computertaak uitvoerden. Daarnaast werd (onder andere) de activiteit van hun gezichtsspieren gemeten. Participanten die werden blootgesteld aan angstzweet, namen – zonder zich daarvan bewust te zijn – een angstige gezichtsuitdrukking aan. Ook gingen ze iets oppervlakkiger ademen en werden ze alerter.

Wij denken dat deze effecten voornamelijk te verklaren zijn door de door mensen ontwikkelde associaties met geuren. Of het ooit bewust geroken is of niet: de geurmoleculen in angstzweet zijn waarschijnlijk gekoppeld aan eerdere ervaringen, zoals een klaslokaal waarin zenuwachtige, onvoorbereide mensen een presentatie moesten geven. Opnieuw ruiken van deze – of slechts een paar – van deze geurmoleculen, zou dan genoeg kunnen zijn om zo’n herinnering weer op te halen.

‘Evolutionair restje’
Wat ook hoogstwaarschijnlijk evolutionair gezien bewaard gebleven is, is het vermogen om snel een verband te leggen tussen een geur en gevaar. Toen onze verre voorouders nog op een onveilige savanne leefden, was het waarschijnlijk een stuk belangrijker om aan soortgenoten door te geven dat er gevaar heerste. Geur is dan een handig communicatiemiddel, omdat geuren het vermogen hebben om over lange afstanden te verplaatsen. Een ander voordeel is dat geuren relatief lang kunnen blijven hangen. Een ‘boodschap’ kan zelfs overkomen bij een ‘ontvanger’ terwijl de ‘zender’ al lang vertrokken is. Ook al wordt de geschiedenis van de mens gekenmerkt door een steeds sterkere nadruk op het gezichtsvermogen en het gehoor: er blijft een ‘evolutionaire restje’. Namelijk dat geuren vrij snel een blijvende en sterke emotionele betekenis kunnen krijgen.

Gemis van geur opvangen
Aandacht en erkenning voor de sterke emotionele betekenis die geuren kunnen hebben, is belangrijk in het contact met mensen met anosmie. Daarbij kunnen we nog een onderscheid maken in patiënten met aangeboren anosmie of personen die hun reukvermogen gedurende hun leven (deels) hebben verloren. Mensen met aangeboren anosmie hebben geen emotionele associaties met geuren kunnen opdoen; dat is niet zo bij mensen die hun reukvermogen tijdens hun leven (deels) hebben verloren. Wat beide groepen natuurlijk samenbindt is de veelal sterk aanwezige neiging om het gemis van reuk op te vangen.
Geuren hebben niet alleen een effect op mensen door middel van associaties. Zo geven geuren, op basis van hun moleculen, van zichzelf smaak aan gerechten. Bovendien lijken sommige geuren voor bijna iedereen onplezierig ofwel plezierig te zijn (ook al verschillen onderzoekers hierover van mening). De functie hiervan wordt duidelijk bij het vermijden van bedorven producten en gevaarlijke gassen. Een geur is dan vaak een doorslaggevend beschermingsmechanisme voor het niet innemen/inademen van het product. Anderzijds kunnen plezierige fruitachtige geuren je doen besluiten om gezonde voedingsstoffen in te nemen.

Andere zintuigen
Ondanks dat geuren vaak goede signalen zijn of je iets moet vermijden of beter kunt innemen, kunnen onze andere zintuigen deze functie voldoende overnemen. We kunnen vaak zien wanneer vlees of fruit bedorven is. Voor gevaarlijke gassen kunnen we melders inschakelen en we weten vaak uit ervaring (of door anderen in onze omgeving) of voedselproducten een ‘gezonde kleur’ hebben.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de emotionele aspecten van een geur makkelijk overgenomen kunnen worden door andere zintuigen. De snelle verbindingen tussen geuren, emoties en herinneringen zijn minder van toepassing op onze andere zintuigen. Niettemin ervaren mensen vaak dat andere zintuigen gevoeliger worden, op het moment dat één (of meerdere) zintuigen niet meer volledig functioneren. De intensere belevingservaring via de andere zintuigen zou dan bij het vormen van nieuwe emotie-gerelateerde associaties de soms diepe emotionele associaties met geur deels kunnen vervangen.

Reuk geeft kleur en reliëf
Het reukvermogen is een zintuig dat niet altijd op de juiste waarde is geschat door wetenschappers, artsen en psychologen. In de wetenschappelijke wereld is een lichte kentering zichtbaar in dit patroon. Langzaamaan komt er meer erkenning voor het reukvermogen als belangrijk orgaan. Het ontbreken hiervan kan belangrijke niet te negeren sociale en emotionele gevolgen hebben. Natuurlijk kunnen onze ogen, oren en tastzin een groot deel van het karwei overnemen. Echter, als de zintuiglijke wereld een schilderij zou zijn, zou het reukvermogen de rijke, diepe achtergrondkleur zijn. Reuk geeft kleur en reliëf. Veelal onttrokken aan het oog, maar daardoor niet minder belangrijk. Het reukvermogen verdient erkenning als betekenisvol zintuig. •
A sniff of happiness – een vleugje geluk
Het was al bekend dat mensen de angst van een andere persoon kunnen ruiken. Nieuw onderzoek laat echter zien dat niet alleen negatieve emoties, maar ook positieve emoties zoals geluk kunnen worden overgebracht van een ‘zender’ naar een ‘ontvanger’ via geur. Uit een experiment bleek dat proefpersonen die de lichaamsgeur van gelukkige participanten roken (versus angstige en neutrale lichaamsgeuren), onbewust een oprecht blije gezichtsuitdrukking aannamen (versus angstige en neutrale gezichtsuitdrukkingen). Deze gezichtsuitdrukking werd gemeten door middel van elektroden. De reactie van participanten is mogelijk afhankelijk van geleerde associaties met de geur. Ongeacht het proces is aangetoond dat ook sterke positieve emoties via geur ‘communicabel’ zijn.
Dr. Jasper de Groot publiceerde in 2015 samen met collega’s van UU het onderzoeksrapport ‘A sniff of happiness’