Anosmie is het totale verlies van het reukvermogen. Hierbij kan het onderscheid gemaakt worden tussen selectieve anosmie en complete anosmie. Bij selectieve anosmie worden slechts bepaalde geuren niet meer waargenomen. Bij complete anosmie wordt geen enkele geur meer waargenomen.
Voor het ontstaan van anosmie zijn verschillende verklaringen. Soms kunnen geuren niet naar de goede plek geleid worden door verstoppingen in of beschadigingen van de neus. We spreken dan van een conductieve stoornis. Ook kan het zijn dat de geuren niet meer goed naar de hersenen geleid kunnen worden of niet verwerkt kunnen worden in de hersenen. We spreken dan van een sensorineurale stoornis. Daarnaast kan anosmie ook vanaf de geboorte al aanwezig zijn: we spreken dan van congenitale anosmie.
Mensen met anosmie hebben soms het gevoel dat ze bepaalde geuren toch waarnemen, zoals de geur van ammoniak. Bij het snuiven aan een fles ammoniak ontstaat namelijk een prikkeling in de neus. Deze prikkeling is geen geurwaarneming, maar een reactie van de trigeminale zenuw. Dit is één van de zenuwen die in de neusholte ligt.