Kleine wipneusjes, een ronde dopneus of een een grote gok. Geen neus is hetzelfde! We schrijven vaak over hoe ons reukorgaan werkt, maar nog niet eerder over hoe de neus eruitziet en waarom dat nu zo is? Onderzoekers hebben namelijk ontdekt dat klimaat onze neuzen gevormd heeft.

Zoek de verschillen
Zij annalyseerden de uiterlijke kenmerken die verschillen tussen bevolkingsgroepen uit West-Afrika, Zuid- en Oost-Azië en Noord-Europa. Ze richtten zich hierbij op de breedte van de neusgaten en de lengte van de neusrug. Ook de hoogte van de neus en oppervlakte van de neus en neusgaten werden bekeken. Naast die geografische verschillen legden ze data over de temperatuur en vochtigheid.

Warm en koud
De onderzoekers vonden een sterk verband tussen de breedte van de neusgaten met temperatuur en vochtigheid. Brede neuzen komen vaker voor in warme, vochtige klimaten. Mensen in gebieden met een koud en droog klimaat hebben vaker een smalle neus.

Naast ruiken heeft de neus natuurlijk ook andere taken. Bijvoorbeeld het opwarmen en bevochtigen van ingeademde lucht. Een smalle neus en smalle neusgaten verbeteren het contact tussen de lucht en het neusslijmvlies waardoor dat beter lukt. Dat was voordelig voor onze voorouders die leefden in koudere streken. Volgens de onderzoekers heeft dat gegeven ertoe geleid dat neuzen smaller zijn geworden in bevolkingsgroepen die verder weg van de evenaar leven.

Partnerkeuze
Daarnaast denken de onderzoekers seksuele selectie ook een rol speelt. Als mensen bij de keuze voor een partner steeds voor kleine of juist grote neuzen verkiezen, kan dat ook de evolutie van de neus beïnvloeden. Of dat het geval is geweest moet nog verder worden onderzocht.