Op je spreekuur krijg je soms te maken met afwijkingen aan zintuigen. Achtergrondkennis is dan handig, zodat je weet wanneer de patiënt verwezen moet worden naar de huisarts. Dit vijfde artikel in deze serie gaat over de reukzin.


Reukverlies

De 72-jarige mevrouw Van Dalen komt voor controle van haar diabetes type 2 bij de praktijkondersteuner. Het gevoel in haar voeten is verminderd. Na onderzoek, uitleg en advies over diabetische perifere neuropathie vraagt zij of suikerziekte ook verlies van reuk en smaak kan veroorzaken. Haar reuk is al geruime tijd minder goed en sinds kort ruikt ze vrijwel niets meer. Ook haar smaak is minder en anders, heel vervelend eigenlijk.


 

Achtergronden

Reukzin en smaakzin werken nauw samen om geuren waar te kunnen nemen en voedsel te kunnen proeven en herkennen. Als de reuk is uitgevallen, nemen mensen meestal alleen nog de vijf basissmaken waar: zoet, zuur, bitter, zout en hartig. Zij kunnen dan niet meer de fijnere smaaknuances proeven.

Geuren kunnen op veel terreinen belangrijke informatie verschaffen. De reuk kan levensreddend zijn bijvoorbeeld bij het waarnemen van gas- of brandlucht, bedorven voedsel en rotting. Verder spelen lichaamsgeuren een belangrijke rol bij sociale contacten in het algemeen en ook bij seksuele relaties door middel van feromonen (geurstoffen die mensen uitscheiden die effect hebben op het gedrag van andere mensen). Feromonen beïnvloeden onder andere de seksuele lust en activiteiten. Maar ook is reuk van groot belang om te kunnen genieten, zoals bij culinaire spijzen, wijnen en parfums.

De reukzintuigen zijn het reukepitheel en de reukzenuwbundeltjes (fila olfactoria). Deze bevinden zich hoog in de neus, zowel op het neustussenschot als op het slijmvlies van de neusvleugels. Geurstoffen komen meestal de neus binnen met de ingeademde lucht. Door te snuffelen of te snuiven bereikt de met reukstof beladen lucht beter de reukzintuigen. Geurstoffen kunnen ook vanuit de neus-/keelholte (nasofarynx) het reukgebied bereiken, dat gebeurt met name tijdens het eten.

Een chemische reactie in de cellen van het reukepitheel zet de reukprikkels om in signalen voor de reukzenuwen. Er zijn honderden verschillende receptoren die met meerdere, specifieke stoffen kunnen reageren. Het zeefbeen (etmoïd) ligt boven het neustussenschot en bevat vele gaatjes (lamina cribrosa) waar de reukvezels doorheen lopen naar de bulbus olfactorius (zie figuur) van de reukhersenen (rhinen-cephalon).

Vervolgens gaan deze signalen verder het centrale zenuwstelsel in naar de reukhersenschors (olfactorische cortex). De reuk heeft in de hersenen ook veel verbindingen met de gyrus hippocampi, waar het limbische systeem zetelt dat gevoelens, emoties en stemmingen reguleert.

Geuren kunnen verbonden zijn aan min of meer bewuste herinneringen uit het verleden. In 1994 verscheen hierover een baanbrekend boek van Vroon et al. Bij reukzin bestaan sekseverschillen; vrouwen ruiken meer en beter dan mannen, hebben een andere lichaamsgeur en houden van andere geuren dan mannen.

Vormen van reukafwijkingen (dysosmie)

Anosmie: volledig ontbreken van de reuk. Deze vorm komt het meest voor.
Hyposmie: gedeeltelijk reukverlies.
Parosmie: vervorming/onjuiste of onplezierige reukwaarneming. Daaronder valt kakosmie waarbij alles slecht en afstotend ruikt (als uitwerpselen).
Fantosmie: het ruiken van niet aanwezige geuren.
Hyperosmie: overgevoeligheid voor enkele of alle geuren.

Oorzaken van vermindering of uitval van de reuk

Naar schatting hebben zo’n 300.000 mensen in Nederland last van verminderde of afwezige reuk. Dat kan een mechanische oorzaak hebben (geleidingsanosmie): door obstructie van de luchtweg kunnen de geurstoffen het reukepitheel gedeeltelijk of helemaal niet bereiken. Een verstopte neus kan komen door virale infecties (verkoudheid), andere infecties zoals een chronische sinusitis, allergieën, poliepen, de stand van het neustussenschot, enzovoort. Ook kunnen er problemen zijn op sensorisch/neurologisch gebied (perceptieanosmie). Dit zijn aandoeningen waarbij het reukepitheel zelf, de reukbanen en/of de hersenen zijn beschadigd. Oorzaken kunnen zijn: (schedel)traumata, tumoren, infecties, systeemziekten zoals hypothyreoïdie, de ziekte van Cushing, diabetes, congenitale afwijkingen (syndroom van Kallman), psychiatrische stoornissen (depressie), de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer, toxische stoffen (chloor, zware metalen) waaronder meerdere geneesmiddelen (diverse soorten antibiotica, anti-epileptica, anti-hypertensiva, et cetera), amfetaminen, sigarettenrook en ouder worden. Bij het ouder worden neemt vanaf het 60e levensjaar de omvang van het reukepitheel af; boven de 80 zijn veel ouderen hun reuk vrijwel kwijt.


Reukverlies (vervolg)

De praktijkondersteuner vertelt mevrouw Van Dalen dat het veel voorkomt dat suikerziekte de uiteinden van de lichaamszenuwen aantast (voeten, handen), maar minder vaak de zenuwen van het hoofd, de zogeheten hersenzenuwen (nervi craniales). Verder vertelt zij dat met het ouder worden reuk en smaak geleidelijk afnemen. Bij mevrouw Van Dalen gebeurde de reuk- en smaakafname echter plotseling. De praktijkondersteuner verwijst haar dan ook door naar de huisarts om de oorzaak van het reukverlies op te sporen.


 

Impact op de kwaliteit van leven

De gevolgen van reukverlies zijn groter dan je op het eerste gezicht zou denken. Allereerst heeft het een negatieve invloed op het eet- en drinkpatroon. Daarnaast kan het lastig of zelfs gevaarlijk zijn doordat de waarschuwingsfunctie van geuren vervalt, zoals rook. Maar minstens zo belangrijk voor de kwaliteit van leven zijn de consequenties op andere dimensies van het leven. Minder kunnen genieten kan psychische gevolgen hebben en zelfs leiden tot depressie en stemmingswisselingen. Het niet kunnen ruiken van de eigen lichaamsgeur kan onzeker maken, wat op sociaal gebied weer gevolgen heeft, bijvoorbeeld bij seksualiteit. Reukvermindering of –verlies kan daarnaast maatschappelijk problemen geven bij bepaalde beroepen (kok, wijnproever, parfumeur).

Behandeling

Bij de geleidingsanosmie zal na de behandeling van de allergie, de poliepen of de infectie de obstructie zijn opgeheven en komt de reuk meestal geheel of gedeeltelijk terug. Bij de perceptieanosmie is meestal geen behandeling mogelijk. Zenuwweefsel herstelt na beschadiging traag of helemaal niet.


Reukverlies (vervolg)

Mevrouw van Dalen blijkt al langer last te hebben van een verstopte neus. De huisarts constateert beiderzijds vrij forse neuspoliepen (polyposis nasi) en behandelt deze eerst enige tijd lokaal met een corticosteroïd-neusspray. Dit helpt onvoldoende. Mevrouw Van Dalen is vervolgens doorverwezen naar een kno-arts. Deze voerde beiderzijds een poliepextractie uit, waarna de neusverstopping over was. De poliepen keerden niet terug – wat vaak wel gebeurt – maar het reukverlies herstelde zich niet meer.


 

Tips voor patiënten

• Boon, Joke. Het mysterie van de reuk. Utrecht: Inmerc, 2009. ISBN 9789066116580.
• Patiëntenvereniging: Anosmievereniging: www.ruikenenproeven.nl
• Huizing EH, Snow GB. Leerboek keel- neus- oorheelkunde en hoofd – halschirurgie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2007.
• Loijmans R, Reukverlies. Huisarts en wetenschap 2012;55:231.
• Vroon Piet, Van Amerongen Anton, De Vries Hans. Verborgen verleider. Psychologie van de reuk. Amsterdam: Ambo, 1994.


Dit artikel: Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 5:138-139, door: Aukje van Beek


Naar boven ↑